top of page

Snoeien Fruitbomen

Een belangrijk punt bij het zelf kweken van fruit is het snoeien van een fruitboom. Hoewel een niet gesnoeide fruitboom ook vruchten zal dragen, is het in vele opzichten beter dit wel te doen voor een beter resultaat.

​

Er zijn verschillende vormen van snoeien. Uiteraard is het afhankelijk van de soort fruitboom die u heeft welke vorm van snoeien u het beste kunt toepassen. Een jonge fruitboom heeft vooral vormsnoei nodig terwijl er bij een oude boom juist vervangingssnoei zal worden toegepast. Door verschillende vormen van snoeien toe te passen worden nieuwe scheuten sterker, wordt de kroon mooier en ontwikkelt zich ook vruchthout onderaan de boom. De vruchten zelf worden over het algemeen groter en rijpen beter doordat licht beter wordt doorgelaten. In het algemeen geldt dat als u een gezonde en goed producerende fruitboom wilt, u de fruitboom moet snoeien.

​

​

Basisprincipes over de groei van fruitbomen

Een fruitboom is zeer gevoelig voor snoeien en zal hierop altijd reageren. Snoeien kan veel verbeteren, maar kan ook heel veel kapot maken indien het niet goed wordt gedaan. Voordat u gaat snoeien is het dus verstandig eerst de volgende basisprincipes over de groei van de fruitboom te weten.

​

​

1. De stand en dikte van de takken bepalen de groei van de boom.

​

De hardst groeiende takken zijn:

  • de dikste takken.

  • de takken die de kleinste hoek maken / het steilst groeien.

  • de takken die het hoogst op de hart-tak gepositioneerd zijn.

  • de takken die het dichtst bij de hart-tak groeien.

​

Daarmee zijn de langzaam groeiende takken dus:

  • de dunnere takken.

  • de takken die een grote hoek maken / horizontaal groeien.

  • de takken die laag op de hart-tak staan.

  • de takken die het verst van de hart-tak af staan.

  • Meestal heeft een boom een combinatie van bovenstaande factoren, maar (in de ideale omstandigheden) zal de groei het sterkst zijn op die plaatsen waar de sapstroom van de boom het gemakkelijkst is. Oftewel de hoogste, dikste takken die het steilst groeien en het dichtst bij de hart-tak staan.

​

2. Het snoeien van een tak/twijg heeft invloed op de andere (naburige) takken/twijgen.

​

Een twijg zal sneller groeien als een naburige twijg is gesnoeid. De groei van nieuwe twijgen wordt sterk gestimuleerd als de hart-tak is gesnoeid. Als u gaat snoeien is de vuistregel dat horizontale, langzaam groeiende takken meer bloemknoppen produceren dan verticale. Om de vorming van deze takken te stimuleren snoeit u de dominant groeiende takken terug of weg. Dit kan de hart-tak zijn, maar eventueel ook steil groeiende zijtakken die groeidominantie vertonen.

​

3. De hoeveelheid van snoeien heeft invloed op de groei

​

Het gevaar van te veel snoeien is dat de boom niet langer wordt gestimuleerd om vruchten te dragen maar om alleen nog maar te groeien. Een bijkomend verschijnsel hiervan kunnen “waterloten” zijn. Waterloten geven over het algemeen aan dat de verhouding tussen wortels en kroon niet juist is. Het is zaak om niet meer dan 20% van alle takken weg te snoeien bij een appel- of perenboom en 15% van de takken bij een pruimenboom.

Bij het snoeien moet een balans worden gevonden in ontwikkeling van nieuwe scheuten en vruchtopbrengst van de boom ten opzichte van de omvang en voeding. Als een boom te veel vruchten draagt is de kans groot dat het jaar daarna weinig bloemvorming plaatsvindt, de zogenaamde beurtjaren. Aangezien horizontale takken meer bloemknoppen produceren en vruchten dragen dan verticale takken, kunnen verticale takken horizontaal worden “uitgebogen”. Men brengt hiermee door middel van bijvoorbeeld gewichten en/of touwen de takken zo dicht mogelijk in de positie van de 45 graden. Uiteraard is het belangrijk de takken hierbij niet te breken en ook niet te ver te buigen omdat ze anders bij het dragen van de vruchten alsnog kunnen afbreken.

​

​

Verschillende vormen van snoeien

​

1. Vormsnoei

Een jonge fruitboom heeft vooral vormsnoei nodig. Door dit direct na het planten toe te passen ontwikkelen zich de haarwortels waardoor de boom beter voeding kan opnemen. Voor bomen die in een pot zijn gekweekt is direct vormsnoeien niet nodig, deze bomen hebben de ontwikkeling van haarwortels al in de pot gedaan. Veelal hoeven deze bomen überhaupt het eerste jaar niet te worden gesnoeid. Bomen die in pot gekweekt zijn kunnen bovendien het gehele jaar door worden geplant.

Voor het verkrijgen van een mooie kroon houdt men 3 tot 5 gesteltakken aan. Het is ideaal als deze ongeveer gelijk zijn qua dikte en schuinte zodat ze ook ongeveer even hard groeien. Als de gesteltakken zijn bepaald kunnen de overige worden weggesnoeid. Vervolgens worden de eindscheuten ingekort naar 2 à 3 knoppen waarbij u net boven de knop snoeit. De bovenste knop zal als eerste gaan groeien aangezien deze de meeste sapstroom krijg (weg van de minste weerstand). Als er teveel eindscheuten zijn kunnen deze geheel worden verwijderd. Het doel van de vormsnoei is om meerdere etages op de gesteltakken te krijgen om zo het zonlicht optimaal te benutten.

​

2. Onderhoudssnoei

Als de fruitboom zijn juiste vorm heeft gekregen gaat u over tot de onderhoudssnoei. Bij deze manier van snoeien dient er een evenwicht te ontstaan tussen de energie (voedingsopname) van de boom en de verschillende processen als het vormen van scheuten, maken van bloemknoppen en het geven van vruchten. Door deze manier van snoeien wordt de vorm in stand gehouden en wordt de productie van vruchthout bevorderd. U moet regelmatig uitdunnen en/of verjongen. Ook is het is belangrijk dat overal in de kroon voldoende licht en lucht komt.

Wat haalt u weg?

  • Dode, gebroken, zieke en scheurende takken.

  • Takken die door de kroon groeien.

  • Waterloten en takken die veel energie gebruiken (voor groei).

  • Wildopslag

​

Als een fruitboom goed vruchten produceert is de groei van de gesteltakken afgenomen en zijn er weinig tot geen waterloten meer. Tot die tijd kunnen waterloten in juni worden weggehaald (mocht u dit eerder doen, dan groeien er weer nieuwe loten). In juli en augustus zullen ze niet meer terug groeien en zal de energie naar de nieuw te vormen vruchtkoppen gaan. Doe dit bij droog weer zodat de kans op een infectie aan de wond kleiner is. Eventueel kunt u aan een gesteltak het sterkste waterlot laten zitten zodat het volgende seizoen het aantal waterloten kleiner wordt.

Eind juli tot half augustus wordt, als de boom goed gegroeid is, ongeveer een derde van de nieuwe groei afgesnoeid. Dit wordt ook wel de zomersnoei genoemd.

​

3. Vervangingssnoei

Als na verloop van tijd de vruchtdragende takken dermate zijn afgebogen dat de vruchten kleiner worden, moeten de doorgebogen takken worden “vervangen”. Meestal is er op de plaats van de buiging al een sterke scheut ontstaan die de plaats kan innemen. Als dat (nog) niet het geval is kan de twijg “getopt” worden waardoor er meerdere nieuwe scheuten gevormd worden. Hiervan kunt u er vervolgens een van gebruiken als nieuwe vruchtdragende tak.

​

​

​

​

​

bottom of page